Homepage > Hoe vind je een steen op de oceaanbodem?

Hoe vind je een steen op de oceaanbodem?

Zo’n 70% van het aardoppervlak ligt onder water. Waar je in de bergen heel makkelijk het aardoppervlak kan bestuderen, is dat wat lastiger wanneer het aardoppervlak onder water ligt. Hoe ziet de topografie van de oceaanbodem eruit? Is het een grote vlakte of zijn daar ook bergen? En hoe vind je uit welke stenen er op de oceaanbodem liggen? Je kan er immers niet zomaar naartoe.

Door Anouk Beniest*
VVAO, Afdeling Amsterdam

Ik ben geïnteresseerd in hoe de aarde is ontstaan. Waarom zijn de bergen van de Himalaya en de Andes kilometers hoog, terwijl de helft van Nederland praktisch onder water staat? En hoe kan het dat stenen die in de oceanen worden gevormd nu hoog in de Alpen te vinden zijn? Als geoloog probeer ik antwoord te vinden op dit soort vragen, waarbij ik zowel moet begrijpen hoe onze continenten zijn gevormd, als de oceanen.

Vorige eeuw

In de vorige eeuw gingen er een aantal wetenschappelijke theorieën rond binnen de Aardwetenschappen, die heel veel potentie hadden om antwoorden op bovengenoemde vragen te vinden. Echter, deze theorieën werden met veel scepsis ontvangen en het duurde dan ook tot midden jaren ’60 voordat er bewijs werd geleverd voor een van de meest fundamentele theorieën binnen de geologie: het bestaan van plaattektoniek. Eén van de mensen en één van mijn rolmodellen die hier groots aan heeft bijgedragen is Marie Tharp, een Amerikaanse oceanografe en geologe. Zij had de taak om de topografie van de oceaanbodem, wat ook wel de ‘bathymetrie’ word genoemd, in kaart te brengen. Eén van de eerste kaarten die zij produceerde was die van de Noord-Atlantische Oceaan (figuur 1), een hele gedetailleerde kaart waarop in het midden van de oceaan een grote bergketen te zien is: de Mid-Oceanische Rug. Marie Tharp realiseerde zich dat dit een plaatgrens was en leverde dus als één van de eerste wetenschappers bewijs voor plaattektoniek.

 

Figuur 1.

De eerste kaart van de bathymetrie van de Noord-Atlantische Oceaan gemaakt door Marie Tharp. De gebergteketen in het midden van deze kaart was één van de eerste bewijzen voor het bestaan van plaattektoniek. Bron: Heezen and Tharp, 1959.

 

Mijn werk

In mijn eigen werk houd ik me bezig met de tektonische evolutie van zogenaamde ‘back-arc bekkens’. Dit zijn bekkens die ontstaan doordat een aardschol onder een andere aardschol duikt en de overliggende korst uit elkaar scheurt (figuur 2). Deze bekkens die dan ontstaan zijn complex, omdat zowel oude gesteenten van continenten als nieuwe gesteenten die in de oceanen worden gevormd elkaar afwisselen onder water. Doordat we deze stenen niet direct kunnen zien is het heel lastig om uit te vogelen waar ze liggen en wat ze vertellen over de tektonische evolutie van een gebied.

Figuur 2.

Wanneer een aardschol onder een andere duikt, kan deze de overliggende korst uit elkaar scheuren. Dit resulteert dan in een ‘back-arc bekken’, wat een complexe tektonische omgeving is. Bron: Anouk Beniest.

 

Om toch een beter begrip te krijgen van welke gesteenten op de oceaanbodem liggen ga ik op expedities op zee. Zo heb ik onder andere deelgenomen aan expedities naar de Indische, Stille en Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Tijdens deze expedities verzamelen we allerlei verschillende type data om beter te begrijpen hoe de oceaanbodem eruitziet en evolueert. Eén van mijn favoriete type data wordt verkregen door baggeren (figuur 3).

Figuur 3.

Met een bagger kunnen gesteentemonsters van grote diepte worden gehaald. Deze stenen zijn nog nooit aan het aardoppervlak geweest. Bron: Anouk Beniest.

 

Een hele grote ijzeren bak met tanden eraan wordt over de oceaanbodem gesleept voor een paar honderd meter, alvorens deze weer omhoog getakeld wordt met hopelijk heel veel stenen erin. Deze stenen komen soms wel van 4 of 5 kilometer diepte en zijn nog nooit aan het aardoppervlak geweest, fascinerend vind ik dat. Naast gesteente monsters gebruiken we ook geofysische instrumenten om met behulp van schokgolven, geproduceerd door aardbevingen, uit te zoeken hoe dik de korst is, wat de dichtheid van de korst is en/of deze eigenschappen variëren. Deze instrumenten worden ‘Oceaan Bodem Seismometers’ genoemd en moeten eerst in elkaar worden geschroefd voordat we ze in het water kunnen laten (figuur 4). Na een aantal dagen op de oceaanbodem worden ze weer uit het water gevist en kunnen we de data analyseren.

 

Figuur 4.

Naast het analyseren en interpreteren van data, komt er ook technisch werk kijken bij het doen van marienonderzoek. Met steeksleutels en schroevendraaiers worden de instrumenten in elkaar geschroefd. Bron: Anouk Beniest.

Vrouwen aan boord

Het is niet zo vanzelfsprekend dat vrouwen meevaren op wetenschappelijke expedities. Ondanks dat Marie Tharp een groot gedeelte van haar carrière aan de bathymetrie van de oceanen heeft gewerkt, heeft ze slechts één keer mee mogen varen met een expeditie en alleen maar omdat de secretaresse toen ook mee ging, zodat de cabine waar zij in sliep door twee vrouwen be’man’d kon worden. Het varen op zee werd lange tijd niet geschikt geacht voor vrouwen wegens nog altijd heersende vooroordelen over de bekwaamheid van vrouwen, dan wel bijgelovigheid. Ook ik heb ervaren dat het zijn van een vrouw aan boord uitdagingen met zich meebrengt, waar mannen niet tegen aan lopen. Zo wordt fysiek werk, zoals het sjouwen van onderdelen van instrumenten je vaak automatisch uit handen genomen, zijn seksistische opmerkingen en/of blikken van mannelijk personeel nog steeds niet ongebruikelijk en word je als vrouw minder serieus genomen bij het plannen en uitvoeren van bepaalde exercities. Ondanks dat sekseverschillen nog steeds belemmerend werken voor vrouwen in de marinewereld, zowel wetenschappelijk als in de industrie, komt er toch langzaam verandering in. Het is steeds ongebruikelijker om een volledig mannelijk wetenschappelijk team te hebben en leiden ook steeds meer vrouwen wetenschappelijke expedities. Het is dan ook één van mijn vele ambities om wetenschappelijke expedities te leiden en vrouwen te promoten in de mariene wetenschappen in Nederland.

 

*Anouk Beniest is assistent Professor aan de Bèta-Faculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam

 

 

Contact
VVAO Kantoor 
Moerbeilaan 8
1231 BM Loosdrecht
kantoor@vvao.nl

© 2024 V.V.A.O.. ALL RIGHTS RESERVED