Kerstlezing

 

Hier vindt u de handout van de kerstlezing en twee sfeerfoto's gemaakt door Hermine.

Kerst in de kunst

In het christelijke Kerstfeest staat de geboorte van Jezus Christus centraal. Het is naast Pasen het belangrijkste christelijke feest en is misschien mede daarom omgeven door legenden. De gebruiken rondom Kerst hebben zich wereldwijd ontwikkeld en gediversifieerd. Zelfs wie niet christelijk is opgevoed, kent Kerst, maar associeert het eerder met de Kerstman in een slee, cadeaus, de Kerstboom, al dan niet opgedrongen gezelligheid, sneeuw, een slee en klokken.

            Hoewel deze moderne invulling van Kerst weinig met de oorspronkelijke van doen heeft, is het christelijke feest rond Jezus’ geboorte ook niet vrij van verandering en legende. Van de vier evangeliën vertellen alleen die van Mattheüs en Lucas erover. Niet alle elementen die in de loop der tijd in de kunst met deze gebeurtenis zijn geassocieerd, worden erin genoemd. In Mattheüs’ relaas brengen drie wijzen of magiërs uit het oosten aan Jezus goud, wierook en mirre. Mattheüs beschrijft de kindermoord te Bethlehem en vertelt over de droom van Jozef, waarin een engel hem opdroeg zijn zwangere vrouw niet te verstoten, hoewel Jozef met Maria geen geslachtsgemeenschap had gehad.

Het evangelie van Lucas besteedt veel aandacht aan de verwekking en geboorte van Jezus’ achterneef Johannes de Doper. Maria bezocht haar nicht Elisabeth en toen die zes maanden zwanger was, verscheen Gabriël, die Lucas bij naam noemt, aan Maria. Zij was al aan Jozef uitgehuwelijkt en zou een zoon baren, die door de Heilige Geest verwekt was. Na Jezus’ geboorte legde Maria het kind in een voederbak. De gebeurtenis vond in Bethlehem plaats, omdat Jozef zich als afstammeling van David in Bethlehem moest registreren tijdens de volkstelling onder keizer Augustus. Waar de geboorte exact plaatsvond, vertelt Lucas echter niet. Hij besluit zijn relaas met het bezoek van de herders, die de engel aanspoorde om naar de plaats van de geboorte te gaan.

            De beschrijvingen van de evangelisten zijn vanzelfsprekend vele malen in de kunst geïllustreerd, al dan niet met toevoegingen. Zo lijkt de dromende Jozef op het schilderij van Philippe de Champaigne wel erg op Jezus. De eerste woorden van Gabriël en Maria staan geschreven op de Annunciatie op ‘Het Lam Gods’ van Jan van Eyck: ‘Ave Maria gratia plena’ (Gabriël) en ‘Ecce ancilla domini’ (Maria). De laatste woorden staan ondersteboven, zodat god ze van boven kan lezen. Pieter Bruegel plaatste de volkstelling te Bethlehem in een besneeuwd, Vlaams landschap. Maria en Jozef zijn er verborgen in de compositie, een kenmerk van meerdere religieuze schilderijen van Bruegel.

            Over de plaats van de geboorte wijden de evangelisten niet uit en allen uit Lucas’ voederbak kan men een stal afleiden. De stal is traditioneel de plaats waar Jezus in de westelijke traditie wordt geboren. Soms neemt de stal de vorm van een ruïne aan, die verwijst naar het oude verbond dat door Jezus’ komst werd vervangen door het nieuwe verbond. Om die reden kan ook de Annunciatie in een ruïne plaatsvinden, zoals op het schilderij van Tintoretto. In de oosterse traditie vindt Jezus’ geboorte plaats in een grot, die echter apocrief* is. In een Poolse volkstraditie wordt met Kerst een stal gebouwd die op een kruising tussen een kerk en een paleis lijkt en van zilverpapier is gemaakt.

            Wie bij de geboorte aanwezig was, stond niet vast in de loop der tijd. Reeds vroeg zijn de apocriefe os en ezel toegevoegd. Wel verwijst een Oudtestamentisch citaat uit het boek Jesaja naar deze twee dieren. De koningen zijn vanuit de magiërs geëvolueerd van wie in het evangelie van Mattheüs noch het aantal, noch de namen worden genoemd. Aanvankelijk waren zijn alle drie wit, maar vanaf de jaren 1440 kreeg de jongste een donker uiterlijk. Tegen het einde van de eeuw werd Balthasars gezicht met bruine tinten of met zwart geschilderd. De reden was dat de koningen werden gezien als de representanten van de drie bekende werelddelen en Balthasar een Afrikaans uiterlijk kreeg. Een bijzondere, apocriefe toevoeging zijn de vroedvrouwen Zelomi en Salomé. Salomé zou niet geloofd hebben dat een maagd een kind had gebaard en voelde of dit zo was. Haar hand verdorde en genas pas nadat zij het kind had aangeraakt.

            Maria baarde Jezus niet op de gangbare wijze. Volgens het visioen van onder meer de veertiende-eeuwse heilige Brigitta van Zweden, knielde zij neer en verscheen het kind op het stro dat zij had neergelegd. Er kwam zo’n oogverblindend licht dat Jozefs kaars daarbij verbleekte. Een knielende Maria met Jezus voor haar op een handjevol stro, zoals bij Hugo van der Goes, verwijst naar dit wonder.

            Jezus’ geboorte mag dan door wonderen omgeven zijn, in de apocriefe literatuur ontstond ook een rijke traditie rondom de geboorte van zijn moeder. In de Cappella degli Scrovegni in Padua is een van de frescocycli gewijd aan Maria’s ouders Anna en Joachim. Zij worden niet in de Bijbel genoemd en in de Bijbel wordt van Maria voor de Annunciatie sowieso geen gewag gemaakt. Volgens de legende zouden Anna en Joachim elkaar op aanraden van de engel bij de Gouden Poort in Jeruzalem hebben gekust, waarop Anna zwanger raakte. Dit is de onbevlekte ontvangenis, die pas in 1854 door het Vaticaan tot geloofsartikel werd verheven. Ook Jozefs uitverkiezing tot Maria’s echtgenoot is wonderbaarlijk. Alleen zíjn staf bloeide in de ark, naar analogie met de bloeiende staf van Aäron uit Numeri 17. Het verschil tussen de geboorte van Maria en van Johannes de Doper ten opzichte van de geboorte van Jezus is dat de eerste twee steevast in een huis plaatsvinden.

            Zoals het bovenstaande voorbeeld bewijst, hield men zich bezig met Jezus’ afkomst, waarover in de Bijbel weliswaar een lange genealogie staat, maar de directe familieleden er bekaaid vanaf komen. De Boom van Jesse is een voorstelling die afgeleid is uit het boek Jesaja 11: ‘Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op / Een scheut van zijn wortels komt tot bloei’. De boom, die letterlijk als zodanig is voorgesteld, begint bij de slapende profeet en eindigt met Maria en Jezus in de top.

            Verbindingen van analoge gebeurtenissen tussen het Oude en het Nieuwe Testament noemen we prefiguraties. Het brandende braambos waarin god zich aan Mozes openbaarde werd geïnterpreteerd als een prefiguratie van Maria’s maagdelijkheid, omdat het hout van het braambos niet werd geconsumeerd. Ook de boom van Jesse an sich kan als prefiguratie dienen, zoals op ‘De aanbidding van de koningen’ van Jan Mostaert uit 1520-1525. Frappant is dat op dit schilderij nog een derde tijdlaag wordt toegevoegd. Er staat een sibille, een niet-Bijbelse vrouw die Jezus’ komst zou hebben voorspeld. De bekendste is de Tiburtijnse sibille die aan keizer Augustus zou hebben geprofeteerd dat er een kind zou komen machtiger dan hij en alle keizers aan elkaar.

            Het Kerstverhaal is gelardeerd met niet-Bijbelse verhalen en tradities, die een rijke iconografie hebben opgeleverd. De ontwikkeling duurt tot op de dag van vandaag, getuige bijvoorbeeld een afgeleide van ‘Jozefs droom’ door de Portugese schilderes Paula Rego.

kunstwerken die in de lezing zijn behandeld:

anoniem, Claudiaanse sarcofaag, 305-330, Museo Nazionale delle Terme (Rome)

anoniem: jüngeres Bibelfenster, ca. 1280, Dom van Keulen

anoniem: ‘Scènes uit het leven van Christus’, ca. 1435, Rijksmuseum (Amsterdam)

anoniem: ‘De intocht van Sint-Nicolaas’, ca. 1840, Rijksmuseum (Amstedam)

Bruegel de Oude, Pieter: ‘Aanbidding der wijzen’, 1564, National Gallery (Londen); ‘Kindermoord te Betlehem’, 1564-1567, Windsor Castle; ‘Volkstelling te Betlehem’, 1566, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (Brussel); ‘Aanbidding der wijzen in de sneeuw’, 1567, Sammlung Oskar Reinhart (Winterthur)

Brueghel de Jonge, Pieter: ‘Volkstelling te Betlehem’, 1605-1610, Museum Bonnefanten (Maastricht)

Champaigne, Philippe de: ‘De droom van Jozef’,
1642-1643, National Gallery (Londen)

Duccio di Buoninsegna: ‘Geboorte van Christus’, 1308-1311, National Gallery of Art (Washington)

Eyck, Jan van: ‘Lam Gods’, 1427-1432, Sint-Baafskathedraal (Gent)

Fra Angelico: ‘Annunciatie’, 1437-1446, Museo San Marco (Florence)

Giotto di Bondone, fresco’s over het leven van Maria, 1304-1306, Cappella degli Scrovegni (Padua)

Goes, Hugo van der: ‘Portinari altaarstuk’, 1476-1478, Uffizi (Florence); ‘Geboorte’ (naar Hugo van der Goes), 
ca. 1520-1530, National Gallery (Londen)

Limburg, gebroeders Van: ‘Les Très Riches Heures de Duc de Berry’, 1412-1416; Musée Condé (Chantilly)

Mostaert, Jan Jansz: ‘Aanbidding van de koningen’, 1520-1525, Rijksmuseum (Amsterdam)

Rego, Paula: ‘De droom van Jozef’, 1990, Marlborough Gallery (Londen)

Sint Jans, Geertgen tot: ‘Geboorte’, 
ca. 1490, National Gallery (Londen); ‘De boom van Jesse’ (omgeving Geertgen tot Sint Jans), ca. 1500, Rijksmuseum (Amsterdam)

Tintoretto, Jacopo: ‘Annunciatie’, 1583-1587, Scuola Grande di San Rocco (Venetië)

Weyden, Rogier van der: ‘Middelburger altaarstuk’ of ‘Bladelintriptiek’, ca. 1445-1448, Gemäldegalerie (Berlijn); ‘Columba-altaarstuk’, ca. 1455, Alte Pinakothek (München); ‘Johannes-altaar’, 1455-1460, Gemäldegalerie (Berlijn)

www.bureauboeiend.nl

www.facebook.com/BureauBoeiend

 

* Apocriefe evangeliën behoren niet tot de Bijbel, maar hebben wel invloed gehad op de beeldende kunst.

Contact
VVAO Kantoor 
Moerbeilaan 8
1231 BM Loosdrecht
kantoor@vvao.nl

© 2024 V.V.A.O.. ALL RIGHTS RESERVED